INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- belastte
- belastte
- belastte
- belastte
- belastten
- belastten
- belastten
O.v.t. (Past)
- zal belasten
- zult belasten
- zal belasten
- zult belasten
- zult belasten
- zullen belasten
- zullen belasten
O.t.t.t. (Future)
- had belast
- had belast
- had belast
- had belast
- hadden belast
- hadden belast
- hadden belast
O.v.t.t. (Condicional)
- heb belast
- hebt belast
- heeft belast
- hebt belast
- hebben belast
- hebben belast
- hebben belast
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal belast hebben
- zult belast hebben
- zal belast hebben
- zult belast hebben
- zult belast hebben
- zullen belast hebben
- zullen belast hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou belast hebben
- zou belast hebben
- zou belast hebben
- zou belast hebben
- zouden belast hebben
- zouden belast hebben
- zouden belast hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)