INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- lokaliseerde
- lokaliseerde
- lokaliseerde
- lokaliseerde
- lokaliseerden
- lokaliseerden
- lokaliseerden
O.v.t. (Past)
- zal lokaliseren
- zult lokaliseren
- zal lokaliseren
- zult lokaliseren
- zult lokaliseren
- zullen lokaliseren
- zullen lokaliseren
O.t.t.t. (Future)
- had gelokaliseerd
- *
- *
- had gelokaliseerd
- had gelokaliseerd
- had gelokaliseerd
- hadden gelokaliseerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gelokaliseerd
- hebt gelokaliseerd
- heeft gelokaliseerd
- hebt gelokaliseerd
- hebben gelokaliseer
- hebben gelokaliseer
- hebben gelokaliseer
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gelokaliseerd hebben
- zult gelokaliseerd hebben
- zal gelokaliseerd hebben
- zult gelokaliseerd hebben
- zult gelokaliseerd hebben
- zullen gelokaliseerd hebben
- zullen gelokaliseerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gelokaliseerd hebben
- zou gelokaliseerd hebben
- zou gelokaliseerd hebben
- zou gelokaliseerd hebben
- zouden gelokaliseerd hebben
- zouden gelokaliseerd hebben
- zouden gelokaliseerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t. (Present)
- worden gelokaliseerd hebben
-
O.v.t. (Past)
- worden gelokaliseerd hebben
-
O.t.t.t. (Future)
- zullen gelokaliseerd hebben worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gelokaliseerd hebben worden
-
V.t.t. (Present Perfect)
- zijn gelokaliseerd hebben
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zullen gelokaliseerd hebben zijn
-
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zouden gelokaliseerd hebben zijn
-