NL.png onderhouden

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • onderhouden

O.t.t. (Present)

  • onderhield
  • onderhield
  • onderhield
  • onderhield
  • onderhielden
  • onderhielden
  • onderhielden
 

O.v.t. (Past)

  • zal onderhouden
  • zult onderhouden
  • zal onderhouden
  • zult onderhouden
  • zult onderhouden
  • zullen onderhouden
  • zullen onderhouden

O.t.t.t. (Future)

  • had onderhouden
  • had onderhouden
  • had onderhouden
  • had onderhouden
  • hadden onderhouden
  • hadden onderhouden
  • hadden onderhouden
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb onderhouden
  • hebt onderhouden
  • heeft onderhouden
  • hebt onderhouden
  • hebben onderhouden
  • hebben onderhouden
  • hebben onderhouden

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal onderhouden hebben
  • zult onderhouden hebben
  • zal onderhouden hebben
  • zult onderhouden hebben
  • zult onderhouden hebben
  • zullen onderhouden hebben
  • zullen onderhouden hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou onderhouden hebben
  • zou onderhouden hebben
  • zou onderhouden hebben
  • zou onderhouden hebben
  • zouden onderhouden hebben
  • zouden onderhouden hebben
  • zouden onderhouden hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden onderhouden
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden onderhouden
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen onderhouden worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden onderhouden worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn onderhouden
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was onderhouden
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen onderhouden zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden onderhouden zijn
  •