NL.png privatiseren

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • privatiseren

O.t.t. (Present)

  • privatiseerde
  • privatiseerde
  • privatiseerde
  • privatiseerde
  • privatiseerden
  • privatiseerden
  • privatiseerden
 

O.v.t. (Past)

  • zal privatiseren
  • zult privatiseren
  • zal privatiseren
  • zult privatiseren
  • zult privatiseren
  • zullen privatiseren
  • zullen privatiseren

O.t.t.t. (Future)

  • had geprivatiseerd
  • had geprivatiseerd
  • had geprivatiseerd
  • had geprivatiseerd
  • hadden geprivatiseerd
  • hadden geprivatiseerd
  • hadden geprivatiseerd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb geprivatiseerd
  • hebt geprivatiseerd
  • heeft geprivatiseerd
  • hebt geprivatiseerd
  • hebben geprivatiseerd
  • hebben geprivatiseerd
  • hebben geprivatiseerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal geprivatiseerd hebben
  • zult geprivatiseerd hebben
  • zal geprivatiseerd hebben
  • zult geprivatiseerd hebben
  • zult geprivatiseerd hebben
  • zullen geprivatiseerd hebben
  • zullen geprivatiseerd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou geprivatiseerd hebben
  • zou geprivatiseerd hebben
  • zou geprivatiseerd hebben
  • zou geprivatiseerd hebben
  • zouden geprivatiseerd hebben
  • zouden geprivatiseerd hebben
  • zouden geprivatiseerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden geprivatiseerd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden geprivatiseerd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen geprivatiseerd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden geprivatiseerd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn geprivatiseerd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was geprivatiseerd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen geprivatiseerd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden geprivatiseerd zijn
  •