NL.png persen

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • persen

O.t.t. (Present)

  • perste
  • perste
  • perste
  • perste
  • persten
  • persten
  • persten
 

O.v.t. (Past)

  • zal persen
  • zult persen
  • zal persen
  • zult persen
  • zult persen
  • zullen persen
  • zullen persen

O.t.t.t. (Future)

  • had geperst
  • had geperst
  • had geperst
  • had geperst
  • hadden geperst
  • hadden geperst
  • hadden geperst
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb geperst
  • hebt geperst
  • heeft geperst
  • hebt geperst
  • hebben geperst
  • hebben geperst
  • hebben geperst

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal geperst hebben
  • zult geperst hebben
  • zal geperst hebben
  • zult geperst hebben
  • zult geperst hebben
  • zullen geperst hebben
  • zullen geperst hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou geperst hebben
  • zou geperst hebben
  • zou geperst hebben
  • zou geperst hebben
  • zouden geperst hebben
  • zouden geperst hebben
  • zouden geperst hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden geperst
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden geperst
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen geperst worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden geperst worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn geperst
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was geperst
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen geperst zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden geperst zijn
  •