INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- bebouwde
- bebouwde
- bebouwde
- bebouwde
- bebouwden
- bebouwden
- bebouwden
O.v.t. (Past)
- zal bebouwen
- zult bebouwen
- zal bebouwen
- zult bebouwen
- zult bebouwen
- zullen bebouwen
- zullen bebouwen
O.t.t.t. (Future)
- had gebebouwen
- had gebebouwen
- had gebebouwen
- had gebebouwen
- hadden gebebouwen
- hadden gebebouwen
- hadden gebebouwen
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gebebouwen
- hebt gebebouwen
- heeft gebebouwen
- hebt gebebouwen
- hebben gebebouwen
- hebben gebebouwen
- hebben gebebouwen
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gebebouwen hebben
- zult gebebouwen hebben
- zal gebebouwen hebben
- zult gebebouwen hebben
- zult gebebouwen hebben
- zullen gebebouwen hebben
- zullen gebebouwen hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gebebouwen hebben
- zou gebebouwen hebben
- zou gebebouwen hebben
- zou gebebouwen hebben
- zouden gebebouwen hebben
- zouden gebebouwen hebben
- zouden gebebouwen hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)