INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- produceerde
- produceerde
- produceerde
- produceerde
- produceerden
- produceerden
- produceerden
O.v.t. (Past)
- zal produceren
- zult produceren
- zal produceren
- zult produceren
- zult produceren
- zullen produceren
- zullen produceren
O.t.t.t. (Future)
- had geproduceerd
- had geproduceerd
- had geproduceerd
- had geproduceerd
- hadden geproduceerd
- hadden geproduceerd
- hadden geproduceerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb geproduceerd
- hebt geproduceerd
- heeft geproduceerd
- hebt geproduceerd
- hebben geproduceerd
- hebben geproduceerd
- hebben geproduceerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal geproduceerd hebben
- zult geproduceerd hebben
- zal geproduceerd hebben
- zult geproduceerd hebben
- zult geproduceerd hebben
- zullen geproduceerd hebben
- zullen geproduceerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou geproduceerd hebben
- zou geproduceerd hebben
- zou geproduceerd hebben
- zou geproduceerd hebben
- zouden geproduceerd hebben
- zouden geproduceerd hebben
- zouden geproduceerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen geproduceerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden geproduceerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)