INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- saneerde
- saneerde
- saneerde
- saneerde
- saneerden
- saneerden
- saneerden
O.v.t. (Past)
- zal saneren
- zult saneren
- zal saneren
- zult saneren
- zult saneren
- zullen saneren
- zullen saneren
O.t.t.t. (Future)
- had gesaneerd
- had gesaneerd
- had gesaneerd
- had gesaneerd
- hadden gesaneerd
- hadden gesaneerd
- hadden gesaneerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gesaneerd
- hebt gesaneerd
- heeft gesaneerd
- hebt gesaneerd
- hebben gesaneerd
- hebben gesaneerd
- hebben gesaneerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gesaneerd hebben
- zult gesaneerd hebben
- zal gesaneerd hebben
- zult gesaneerd hebben
- zult gesaneerd hebben
- zullen gesaneerd hebben
- zullen gesaneerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gesaneerd hebben
- zou gesaneerd hebben
- zou gesaneerd hebben
- zou gesaneerd hebben
- zouden gesaneerd hebben
- zouden gesaneerd hebben
- zouden gesaneerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)