NL.png ontvangen

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • ontvangen

O.t.t. (Present)

  • ontving
  • ontving
  • ontving
  • ontving
  • ontvingen
  • ontvingen
  • ontvingen
 

O.v.t. (Past)

  • zal ontvangen
  • zult ontvangen
  • zal ontvangen
  • zult ontvangen
  • zult ontvangen
  • zullen ontvangen
  • zullen ontvangen

O.t.t.t. (Future)

  • had ontvangen
  • had ontvangen
  • had ontvangen
  • had ontvangen
  • hadden ontvangen
  • hadden ontvangen
  • hadden ontvangen
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb ontvangen
  • hebt ontvangen
  • heeft ontvangen
  • hebt ontvangen
  • hebben ontvangen
  • hebben ontvangen
  • hebben ontvangen

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal ontvangen hebben
  • zult ontvangen hebben
  • zal ontvangen hebben
  • zult ontvangen hebben
  • zult ontvangen hebben
  • zullen ontvangen hebben
  • zullen ontvangen hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou ontvangen hebben
  • zou ontvangen hebben
  • zou ontvangen hebben
  • zou ontvangen hebben
  • zouden ontvangen hebben
  • zouden ontvangen hebben
  • zouden ontvangen hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden ontvangen
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden ontvangen
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen ontvangen worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden ontvangen worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn ontvangen
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was ontvangen
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen ontvangen zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden ontvangen zijn
  •